Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen antwoordde Doeg, de [17]Edomiet, die [18]bij de knechten van Saul stond, en zeide: Ik zag [19]den zoon van Isai, komende te Nob, tot Achimelech, den zoon van [20]Ahitub; 17. Anders, Adomiet. Zie boven, hfdst.21 vs.7. 18. Anders, en die over de knechten van Saul gesteld was. 19. Deze hoofse pluimstrijker spreekt ook al gelijk zijn meester Saul, vs.7. Zie ook van Doeg, hfdst.21 vs.7; Ps.52:1,2, enz. 20. Van Ahitub wordt gesproken boven, hfdst.14 vs.3.